Biodiversiteit in Leeuwarden: hoe we het volgen en versterken

We weten dat biodiversiteit wereldwijd en in Nederland afneemt. Wat dit precies betekent voor ons gemeentelijk gebied is nog niet duidelijk. Daarom gaan we leefgebieden beter in kaart brengen. Zo krijgen we inzicht en kunnen we gericht werken aan herstel van biodiversiteit.

Door te monitoren leren we steeds beter:

  • hoe we biodiversiteitsherstel meetbaar kunnen maken,
  • en welke acties zorgen voor een toename.

Op dit moment hebben we nog weinig gegevens over de biodiversiteit in Leeuwarden. Monitoring gaat daar verandering in brengen: we verzamelen meer informatie over allerlei gebieden en kunnen zo beter zien wat het effect is van onze inspanningen.

Hoe we biodiversiteit monitoren

We kijken op verschillende manieren en met verschillende doelen naar biodiversiteit:

  • Leefgebieden van planten en dieren
    We meten de kwaliteit van leefgebieden om te zien of de omstandigheden verbeteren. Hiervoor maken we een monitoringsplan dat onderdeel wordt van ons beleid en beheer. De komende twee jaar proberen we verschillende methoden uit, zoals:
    • de biodiversiteitsladder,
    • het volgen van groenblauwe structuren,
    • het meten van de effecten van bermbeheer,
    • en het monitoren van de ecologische waterkwaliteit.
  • Kwetsbare soorten
    Voor sommige soorten is het Leeuwarder gebied extra belangrijk. We volgen hoe het met deze soorten gaat en grijpen in waar nodig, bijvoorbeeld door leefgebied te herstellen of uit te breiden. Zo maken we onze bijdrage aan herstel zichtbaar en meetbaar.
  • Bijdrage aan gemeentelijke doelen
    We onderzoeken en meten of onze acties bijdragen aan de doelen van het Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Ecologie 2025–2027.